Hosinsul betekent zelfverdediging. Bij dit onderdeel van Taekwondo vinden verdedigingen plaats tegen vastpakken, verwurgingen en klemmen. In een later stadium zijn er ook verdedigingen tegen aanvallen met stok en mes. Het is erop gericht om op een effectieve en realistische wijze jezelf te verdedigen tegen dit soort aanvallen.
In tegenstelling tot het sparren is het daarom ook toegestaan om naar het hoofd van de aanvaller te stoten of het hoofd vast te pakken. Het is ook toegestaan om een trap techniek (non-contact) onder de band te maken.
De zelfverdediging (hosinsul) is er op gericht op een gecontroleerde manier tot bevrijding, controle of ontwapening te komen. Het onderdeel zelfverdediging is als volgt onder te verdelen:
Bevrijdingen
Het doel bij bevrijdingen is jezelf te verdedigen tegen een aanval, waarbij met een maximum aan techniek en een minimum aan kracht dient te worden gewerkt. De aanval kan plaatsvinden in de vorm van vastpakken, omklemmen of duwen.
Ontwapeningstechnieken
Het gebruik van zelfverdedigingtechnieken tegen een aanval met wapens. De nadruk behoort te liggen op het ontwapenen van de tegenstander, waarna er ook gecombineerd kan worden met controle- of werptechnieken.
Controle technieken
Bij controle technieken zorg je ervoor jezelf te verdedigen tegen een aanval, waarna je er tevens voor zorgt dat de aanvaller niet nog een aanval kan plaatsen. Dat kun je voorkomen door een klem- of werptechniek uit te voeren.
Werptechnieken
Een werptechniek pas je toe als uitbreiding op óf als combinatie met de controle techniek.
Nadruk moet liggen op eenvoud, effectiviteit en realisme. Voor het 1e dan examen is het onderdeel zelfverdediging een verplicht onderdeel. Voor dit examen dient de kandidaat 12 zelfverdedigingstechnieken te demonstreren tegen vasthouden, beetpakken en klemmen naar eigen inzicht, waarvan de eerste 8 verplichte aanvallen in een vaste volgorde worden uitgevoerd met je examenpartner die als aanvaller fungeert.